Snuif Cultuur

In alle vormen en maten

Mode in de Tweede Wereldoorlog

Mode op de Bon  in het Verzetsmuseum Amsterdam

Mode in tijden van oorlog is wellicht niet het eerste onderwerp waar je aan denkt als het gaat om 75 jaar Vrijheid. Maar juist dit thema laat zien wat er gedurende de Tweede Wereldoorlog gebeurde rondom schaarste, creativiteit en kleding. Het Verzetsmuseum Amsterdam maakte er een veelzijdige tentoonstelling over: Mode op de Bon. Vlak voor de versoepelingen van 1 juni nam ik er alvast een kijkje en hier laat ik jou graag weten wat er te zien is! Met als grote vraag: waarom veranderde in de Tweede Wereldoorlog het modebeeld in Nederland? De tentoonstelling is te zien tot 6 september 2020.

Tekorten door de oorlog

In een overzichtelijke tentoonstelling loop je letterlijk langs de geschiedenis van de mode van 1940-1945. Anders dan ik had verwacht, kende de Tweede Wereldoorlog een verandering in het modebeeld en dit had verschillende oorzaken. Allereerst ontstaat er al direct na de bezetting door nazi-Duitsland in 1940 een groot tekort aan textiel. Importeren van katoen, wol en zijde is niet meer mogelijk en door de jaren heen sluiten veel textielfabrieken in Nederland. Ook moet een deel van de productie naar Duitsland. Schaarste dus. Vanaf augustus 1940 gaat daarom kleding op de bon. Het is lastig puzzelen om genoeg punten te sparen om de gezinnen te kleden en naarmate de oorlog vordert is er steeds minder kleding op voorraad. Rond half 1943 is er vrijwel niks meer te koop. En dat betekende improviseren. In de tentoonstelling zie je de textielbonnen en kan je zien wat de schaarste voor gevolgen had voor mensen in de oorlog.

Kijk hier voor meer van mijn tips voor tentoonstellingen over 75 jaar vrijheid? 

Het gebruik van textielpunten in de Tweede Wereldoorlog, Verzetsmuseum Amsterdam

Een andere voorbeeldstad 

Naast de schaarste, legde de bezetter ook een nieuw voorbeeld op. Waar voorheen Parijs de stad van de mode was, benoemde de Duitse bezetter nu Berlijn en Wenen als de nieuwe modehoofdsteden. Maar de schaarste beïnvloedt uiteindelijk het modebeeld het meest. Doordat kousen niet meer te koop zijn, kleden vrouwen zich voor het eerst in lange broeken. In de zomer zijn de vrouwenbenen zelfs bloot. Vrouwen die toch kousen willen dragen, gebruiken ‘Beenbruin’ waardoor ze optisch kousen aan hebben. Foto’s, tijdschriften en verhalen tonen deze improvisaties.

Hergebruik van kleding

Waar we nu kleding hergebruiken vanwege de overproductie, vermaakten vrouwen in de oorlogsjaren de kleding vanwege het tekort. Dat zorgde ervoor dat jurken van verschillende stoffen heel populair werden. Ook mantelpakjes worden veel gedragen, omdat je ze makkelijk kunt maken van oude herenkostuums. Dit zorgde voor een rechter model met bredere schouders. Om stof te besparen, worden de rokken korter. Al deze veranderingen worden ook overgenomen door de grote modehuizen. Deze modehuizen (sommige door Joden opgericht) komen in de tentoonstelling nog veel uitgebreider aan bod. 

Het gebruik van beenbruin. Collectie Verzetsmuseum Amsterdam

Van jute tot hondenhaar

Naast het hergebruik van oude materialen, wordt er ook geëxperimenteerd met alternatieven, zoals lakens, tafelkleden, gordijnen, jute en zelfs parachutestof en hondenhaar. Parachutestof viel letterlijk uit de lucht en werd gebruikt voor trouw- en doopjurken. Ook schoenen worden in elkaar gezet: met leer van aktetassen, oude vilthoeden en een houten blok aan de onderkant maakte men schoentjes. Ook na de bevrijding blijft de schaarste nog bestaan en blijven de stoffen gebruikt worden. Zo wordt bijvoorbeeld viscose, toen kunstzijde of rayon genoemd, veel gebruikt, een nepstof gemaakt van houtpulp. In de oorlog werd deze stof veel populairder dan ervoor door het tekort aan echte zijde. Na de oorlog wordt de kwaliteit weer beter. Pas in 1949 gaat textiel van de bon. De mooiste jurken en mantelpakjes van hergebruikte stof, parachutestof en zelfs hondenhaar is te zien in deze tentoonstelling.

Het nationale bevrijdingssymbool: de rok

Eén van de nationale bevrijdingssymbolen is ook een kledingsstuk. Verzetsvrouw Mies Boissevain maakte een rok van allerlei dierbare lapjes stof. Alle lapjes riepen bijzondere herinneringen op. Na de oorlog riep de regeringscommissie die nadacht over de viering van de bevrijding de vrouwen van Nederland op zo’n rok te maken van stof die hen dierbaar was. 4000 rokken worden geregistreerd, maar er zijn er zeker veel meer gemaakt. De Nationale Bevrijdingsrok staat voor eenheid, ook al is iedereen anders.

Hergebruikte kleding in het Verzetsmuseum Amsterdam

Een link met vandaag

In de tentoonstelling is ook ruimte voor hedendaags hergebruik in de mode. Anders dan door schaarste in de oorlog, zijn veel modeontwerpers zich nu juist bewust van de overproductie van textiel. Als statement tegen de fast fashion maakt bijvoorbeeld bekend ontwerpersduo Viktor & Rolf een collectie waarin de teruggestuurde items van Zalando worden gebruikt. Ook is er in de tentoonstelling nieuw werk te zien van jong modetalent. Het Verzetsmuseum schreef een wedstrijd uit voor veertig MBO-studenten, waarbij ze hun werk toonden geïnspireerd op de Tweede Wereldoorlog. De winnende ontwerpen zijn te zien in Mode op de Bon.

De tentoonstelling Mode op de Bon gaat over de verandering van het modebeeld van 1940 tot 1945 en daarbij komen naast veel kledingstukken ook de geschiedenis van de modehuizen (deels opgericht door Joden) aan bod. Ook kapsels, de geschiedenis van tijdschriften en veel voorbeelden passeren de revue. De tentoonstelling is t/m 6 september te zien.

Hoe help je cultuur?

Wat kan je doen om het Verzetsmuseum Amsterdam in het bijzonder, en de culturele sector in het algemeen te helpen? Want hoewel de culturele sector langzaam open gaat, heeft ook het Verzetsmuseum een flinke knauw (gehad). Wat kan je nou doen? Ik vroeg er Hoofd Marketing & Communicatie, Wim van de Laak, naar en hij zei: “Natuurlijk help je ons al door deze prachtige tentoonstelling te bezoeken. Maar je kan ook Vriend worden of eenmalig een bedrag doneren.”

Info

Categorie

75 jaar vrijheid

Waar

Verzetsmuseum Amsterdam

“Wat kan je doen om het Verzetsmuseum Amsterdam in het bijzonder en de culturele sector in het algemeen te helpen? Natuurlijk help je door deze tentoonstelling te bezoeken. Maar je kan ook Vriend worden of eenmalig een bedrag doneren.”